Kattenbelletjes
Sinds ik als paraveterinair bij Dierenkliniek Hoorn werk, schrijf ik voor hen korte stukjes over kattengedrag: de Kattenbelletjes. Deze worden gepubliceerd op de facebookpagina van de dierenkliniek.
Hieronder heb ik alle Kattenbelletjes nog eens op een rijtje gezet. En natuurlijk zal ik zo vaak mogelijk updaten. Misschien zit er nèt dat advies tussen waar u al een tijdje op zat te wachten.
Heeft jouw kat dat ook wel eens: hij rent ’s avonds als een raket door het huis en dat juist terwijl jij het plan had om naar bed te gaan.
Een kat is een zogeheten “crepusculair dier”. Dit betekent dat hij vooral (maar niet uitsluitend) tijdens de schemering actief wordt. Is het vroeg in de ochtend of valt in de avond de schemer, dan gaat hij op jacht.
Ook gedomesticeerde katten voelen deze behoefte nog steeds. Je kat heeft dan energie over, die hij niet kwijt kan in een jachtpoging. Dan gaat hij alternatief gedrag tonen en als een malle door het huis rennen.
Wil je dit gedrag voorkomen en zorgen dat je kat zijn natuurlijke jachtbehoefte kan tonen? Doe dan in de avond nog een leuk jachtspel met hem, bijvoorbeeld met hengelspeelgoed. Daarna geef je hem nog wat lekkers te eten en dan gaat iedereen slapen. Zo boots je het natuurlijke jachtgedrag na: JAGEN – > ETEN -> SLAPEN.
Katten zijn solitaire jagers. Zij leven alleen en hebben een ander eigenlijk niet nodig. Zij kunnen overleven op een bepaald oppervlak/territorium omdat daar genoeg voedsel en andere voorzieningen voor handen zijn. Het territorium verdedigen zij tegen indringers. Ook verzamelen zij voedsel door jacht, in de paartijd zoeken katers en poezen elkaar op om te paren en de jongen worden er geboren.
Doordat de kat van oorsprong solitair is, is hij simpelweg niet in staat voorzieningen met soortgenoten te delen. Dit heeft niets te maken met “jaloezie” of “dominatie”. Een soortgenoot is een potentiële concurrent en de kat wil zijn bronnen daartegen beschermen. Dit is voor hem van levensbelang! Ook onze huiskatten hebben deze behoefte nog steeds.
Een veel voorkomend probleem in huishoudens met meerdere katten, is het blokkeren van voorzieningen/bronnen (kattenbak, waterbak, voerbak, rustplaatsen) en het niet willen delen daarvan. “Hier achter mij staat de kattenbak, maar daar mag jij niet op…” Dit noemt men passieve agressie.
Voldoende voorzieningen, verspreid over het huis, is een absolute must voor katten, om zich tolerant tegenover elkaar te kunnen opstellen. Maar deze regel geldt niet alleen voor een meer-kats-huishouden. Ook een kat die alleen woont, vindt het fijn om meerdere keuzes te hebben. Dit geeft hem een gevoel van controle en kan stress verlagen.
Je kunt veel stress en passieve agressie voorkomen door keuzemogelijkheid voor elke kat te maken. Zet meerdere kattenbakken neer, maak meerdere eetplekken, meerdere drinkplekken (gescheiden van voer) en meerdere slaap- en rustplekken. Zo heeft iedere kat voldoende keuze en ze zullen je dankbaar zijn.
Heb je wel eens het idee dat je kat het liefst op de ene kattenbak zijn ontlasting doet en op de ander bak wil plassen? Dat heb je heel goed opgemerkt!
Het klopt dat veel katten de voorkeur geven aan het gescheiden houden van ontlasting en urine. Dat lijkt “verwend” gedrag, maar er zit iets anders achter.
Uitwerpselen (ontlasting en urine) zijn ook echt vies. Grote hoeveelheden uitwerpselen bij elkaar trekken ongedierte en ziektekiemen aan. Katten zijn heel schone dieren met een hoog zindelijkheidsinstinct. Van nature hebben ze de drang om uitwerpselen zoveel mogelijk te spreiden, waardoor de kans op besmetting zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Geef je kat(ten) daarom meerdere kattenbakken, verspreid over het huis. Zo hebben ze de keuze hebben om hun behoeften te doen waar zij dat prettig vinden. Dit kan veel (kattenbak)stress voorkomen. De regel hierin is: zoveel kattenbakken neerzetten als je katten hebt, plus minimaal één extra.
Een kitten zien spelen is een van de leukste dingen die er is. Lekker rennen, springen en jagen. Als je zo’n bolletje wol ziet ravotten, is het heel verleidelijk om je hand uit te steken zodat hij die eens lekker als prooi kan gebruiken. Maar hiermee leren we onze katten verkeerd spelgedrag aan, dat ernstige gevolgen kan hebben, zeker als de kat groter wordt.
Het lijkt schattig dat een kat je handen of bewegende voeten grijpt als hij nog klein is. De tandjes en klauwtjes kunnen nog niet heel veel schade aanrichten. Maar als de kat opgroeit, wordt hij sterker en neemt de kracht waarmee hij aanvalt sterk toe. Kattenbeten en -krabben kunnen ernstige infecties veroorzaken en ziekten overbrengen.
Bovendien heeft de kat als kitten geleerd: een bewegende hand of voet is een prooi. Hoe moet hij dan als volwassen kat begrijpen dat dat niet langer gewenst is? Zie dat gedrag dan maar weer eens af te leren…. De kunst is dus om het de kat gewoon niet aan te leren.
Speel op gepaste manier met je kitten. Bied hem bijvoorbeeld een hengelspel aan, op afstand van je lichaam. Zo kan hij zijn prooi pakken, zonder iemand te verwonden. Leer hem aan dat handen bedoeld zijn om te knuffelen en te kroelen.
Als een kitten toch de neiging heeft om je handen of voeten aan te vallen, stop dan direct het spel. Zo verliest hij zijn belangstelling.
Straffen mag absoluut niet! Het zal de kat alleen maar meer opgewonden maken. Hij zal nóg harder zijn best gaan doen om zijn “prooi” te pakken en dus agressiever worden. Ook kan straf angst tot gevolg hebben.
Je bent gezellig met je kat aan het knuffelen, hij draait zich op zijn rug en laat zijn buik zien. Is dat een uitnodiging om hem daar eens lekker te gaan aaien?
Bij de meeste katten is de buik strikt verboden terrein. Dat heeft een evolutionaire oorsprong: in deze zone zitten de buikorganen en de geslachtsorganen. Een eventuele rivaal zou daar ernstig en levensbedreigend letsel kunnen toebrengen, dus daar moet je niet zomaar iedereen toelaten.
Een kat die zijn buik toont, lijkt zich te “onderwerpen” aan de ander en daarom wordt het vaak als uitnodiging gezien om daar te mogen aaien. Dit gebaar heeft echter niets met onderwerping te maken. Katten kennen dit begrip niet.
In feite is er bij katten iets heel anders aan de hand: een kat met zijn buik naar je toegekeerd heeft al zijn wapens klaar om aan te vallen!
En ja, er zijn ook katten die het helemaal prima vinden om over hun buikje geaaid te worden, maar niet altijd en niet door iedereen. “Vraag” eerst even of de kat het oké vindt.
Wanneer je denkt: ik ga eens even lekker mijn huis soppen en ik stop alle dekens en kussens van de kat tegelijk in de was… realiseer je dan dat je je kat hier absoluut geen plezier mee doet.
Een kat leeft in een geurwereld. Eigen geuren zijn heel belangrijk voor hem om zich veilig te voelen. Dat geldt vooral voor de plekken waar hij slaapt en rust. Als je slaapt ben je heel kwetsbaar en daar moet je dus een plek voor hebben waar je je 100% kunt ontspannen.
Als alle beddengoed van de kat in één keer in de was gaat, kan hij daar enorm van in de war raken. Het kan zelfs zijn dat hij zijn veilige slaapplekken niet meer opzoekt.Hoe naar is dat… Dan ben je zomaar je lekkere bed kwijt.
Probeer het wassen van dekens en kleedjes af te wisselen. Wanneer een deken gewassen is, kun je hem onder een gebruikte deken leggen, zodat hij de eigen geur van de kat weer aanneemt.
Als ik bij klanten een gedragsconsult doe omdat hun kat probleemgevend gedrag vertoont, komt het vaak voor dat ik de kat doorstuur naar de dierenarts. Ik heb dan het vermoeden dan er een medische oorzaak meespeelt in het probleemgedrag.
Kon een kat maar zeggen: “Baasje, ik heb zoveel pijn, daarom wil ik niet meer aangeraakt worden,” of “Vrouwtje, ik wil wel op de kattenbak, maar als ik daar ga plassen, doet het ineens zo zeer!”
Als onze katten konden praten, zou het een heel stuk makkelijker worden om ze te helpen. Toch kan een kat wel degelijk iets tegen ons zeggen.
Medische problemen zijn heel vaak één van de oorzaken, of dé oorzaak, van probleemgevend gedrag.
Een kat met pijn kan angstig worden of agressie gaan vertonen. Hij kan zich terugtrekken en hij kan niet meer aangeraakt willen worden.
Dementerende katten kunnen overmatig gaan miauwen, hun dag- en nachtritme omdraaien, vergeten te eten en te drinken.
Een kat met blaasontsteking is niet stout of jaloers als hij buiten de kattenbak plast, maar heeft hoogstwaarschijnlijk een pijnassociatie bij zijn kattenbak. Daarom zoekt hij mogelijk een alternatieve plek om zijn behoeften te doen.
Doordat een kat zich ziek voelt kan hij zich terugtrekken of juist meer contact zoeken met een eigenaar.
Dit is een kleine greep uit allerlei mogelijke afwijkende gedragingen die een zieke kat kan laten zien.
Heb je twijfels over het gedrag van je kat? Neem dan gerust contact met ons op. Wij kunnen je helpen te bepalen wat er nodig is. De dierenarts kan een goede check doen en erachter komen of er sprake is van medische problemen. Zo ja: dan wordt bepaald wat de beste behandeling is.
De plantenspuit inzetten bij ongewenst gedrag, werkt dat nou wel of niet?
Als je je kat wilt laten ophouden met bepaald gedrag tonen door hem nat te spuiten, is timing essentieel. Je ziet hem iets doen waarvan jij wilt dat het ophoudt. Dan moet je eerst op zoek naar die plantenspuit. Vaak ben je dan al te laat en is het gedrag al over. Dan legt de kat niet meer de link tussen het ongewenste gedrag en het gesproeide water.
In veel gevallen mislukt goede timing…
In feite is het natsproeien bedoeld als straf en dit werkt bij de meeste katten niet. Straffen kan zelfs stress en angst in de hand werken. De kat kan bang voor de eigenaar worden als hij de link legt tussen plantenspuit en eigenaar.
En wat nou als de kat het eigenlijk helemaal niet zo erg vindt om natgespoten te worden en hij het ongewenste gedrag ook nog eens super leuk vindt…?
Straffen met de plantenspuit werkt dus vaak niet.
Veel beter kunnen we de kat een alternatief bieden zodat hij het ongewenste gedrag helemaal niet meer hoeft uit te voeren.
Je hebt je kat vast wel eens het volgende zien doen: hij snuffelt even heel intensief aan een object. Vervolgens doet hij zijn bekje half open, zijn uitdrukking verstart en krijgt hij een glazige blik. Een kat die dit doet, is aan het flehmen. Maar wat betekent dit gedrag?
Katten hebben een uitzonderlijk goede neus waarmee ze geuren uit de omgeving kunnen ruiken. Maar ze hebben nog een orgaan waarmee ze boodschappen kunnen opvangen: het vomero nasaal orgaan (VNO), ook wel het orgaan van Jacobson genoemd.
Dit orgaan ligt tussen het harde verhemelte en het neustussenschot. Het is een blind zakje dat circa 1½-2 cm naar achter omhoog loopt. De ingang ligt achter de bovenvoortanden.
Met het VNO kan een kat feromonen opnemen. Dit zijn moleculen die een bepaalde boodschap hebben.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan feromonen in de urine van ongecastreerde katers. Deze heeft een enorme sterke geur! De kater zegt hiermee: “Dit is mijn territorium! Niet betreden!”
Of een krolse poes die in de buurt sproeit (ja, poezen sproeien ook!): “Ik ben op zoek naar een leuke vent”.
Katten die in een groep leven, herkennen elkaar aan de groepsferomomen.
Feromonen zijn heel vluchtige moleculen en dus op grote afstand te waar te nemen door de kat. Omdat katten van oorsprong solitaire jagers zijn en elkaar dus niet zo snel tegenkomen, moeten ze op een andere manier communiceren. En dat doen ze door overal feromomen af te zetten. Het is communicatie op afstand.
Het ziet er gevaarlijk uit: een kat dit blaast en gromt en zijn hele lichaam groter maakt door al zijn haren op te zetten. En heel eerlijk? Het ís ook gevaarlijk.
Een kat die naar je blaast en gromt wil iets aan je duidelijk maken: “Kom niet dichterbij, want als je dat wel doet, val ik je aan!” De geluiden die hij maakt en de lichaamstaal die hij “uitzendt” geven een heel duidelijke grens aan. Hij wil groter lijken en heel gevaarlijk overkomen, met als doel dat degene die hem benadert ervoor kiest om weg te gaan. Als je zijn grens overschrijdt, kan een kat agressie inzetten.
Aanvallen is het allerlaatste wat een kat wil. Bij vechten kan hij levensgevaarlijk gewond raken. Agressie is dus niet het eerste dat hij inzet. Hij zal degene die hem benadert dus eerst waarschuwen.
Alhoewel het eruit ziet alsof een blazende, grommende kat heel erg kwaad is, eigenlijk zit er een andere emotie achter dit gedrag: ANGST. Vaak heeft een kat die zó angstig is, hele grote pupillen en zijn oren plat tegen zijn hoofd gedrukt. Hij zit in elkaar gedoken, met zijn staart langs zijn lichaam gevouwen. Hij voelt zich heel erg bedreigd en zou eigenlijk het liefst willen vluchten. Maar als dit voor hem niet mogelijk is, zal hij aan zijn omgeving duidelijk maken dat hij met rust gelaten moet worden.
Heb je wel eens een uitgevallen snorhaar van je kat gevonden? Als je die goed bekijkt, zie je dat het uiteinde bij de inplant heel dik is en niet zo flexibel.
De snorharen zijn diep in de huid ingeplant. Het zijn eigenlijk tastharen. Uit onderzoek blijkt dat ze onder andere een belangrijke rol spelen bij het jagen en het aftasten van de prooi.
Als de haren ergens mee in aanraking komen, voelt de kat dat in de huid waar de haar groeit.
Wanneer een kat aan het drinken is, bewegen de snorharen mee op het ritme van de tong en de slikbewegingen. Een te smalle drinkbak zorgt ervoor dat de haren hinderlijk tegen de rand van de bak aan tikken. Heel irritant voor hem.
Je doet je kat een heel groot plezier door hem een brede drinkschaal te geven. Zo kunnen de snorharen vrij bewegen en heeft je kat geen last als hij aan het drinken is.
Je hebt het me al vaker horen zeggen: een kat is een solitaire jager. Hij heeft in zijn eentje een stuk territorium tot zijn beschikking. Hij verdedigt zijn gebied tegen indringers, hij vangt er zijn voedsel, krijgt er jongen, slaapt en rust. Een vreemde kat is een potentiële concurrent voor hem.
Ook onze huiskatten hebben nog steeds behoefte aan een eigen stuk territorium.
De kat wordt steeds populairder als huisdier en dit heeft tot gevolg dat er steeds meer katten op een bepaald oppervlak wonen.
Stukken territorium overlappen elkaar. Met andere woorden: het gebeurt steeds vaker dat katten elkaars gebied doorkruisen en binnendringen.
De bezetting is soms wel tot 2000 hoger (nascholing Kattengedragsdagen 2017, dr. Robert Falconer-Taylor & dr. Peter Neville) dan waar een kat zelf voor gekozen zou hebben! Dat wordt best krap…
Dit kan tot heftige conflicten en concurrentie leiden. Vaak gaat dit gepaard met dreiggedrag (want het laatste dat een kat wil, is vechten, omdat hij daar levensgevaarlijk bij gewond kan raken). Soms ook volgt een echt gevecht.
Toch hebben katten hier zelf iets op gevonden: time sharing. Ze hebben eigenlijk onderlinge “afspraken” gemaakt over wie op welk tijdstip op welk stukje territorium mag zijn. Zo is de kans dat ze elkaar ongewenst tegenkomen zo klein mogelijk.
Soms zie je ook dat, wanneer er een nieuwe kat in een woongebied komt (of als er eentje weg valt), onrust toeneemt omdat alle afspraken weer opnieuw gemaakt moeten worden.
Eigenlijk heel fascinerend om te zien hoe enorm flexibel katten zijn. Maar ook goed om ons te realiseren dat wij mensen veel van ze vragen.