Eetgewoonten
Eetgwoonten
In dit blog ga ik het niet hebben over voermerken en wat er beter is, brokjes of natvoer.
Waar ik wel over ga vertellen is de eetgewoonten van de kat en waarom het belangrijk is aan specifieke behoeften te voldoen.
Meerdere eetmomenten op een dag
Een kat die in zijn eigen voerbehoefte moet voorzien, doet 20 tot 30 keer per dag een jachtpoging. Daarvan slaagt gemiddeld de helft tot één derde. Hij eet over de hele dag een aantal kleine prooien: hier een muis, daar een kever, dan weer een vlinder of een vogel.
Even rekenen leert dus dat hij 10 tot 15 kleinere hapjes per dag kan eten.
In de gedomesticeerde situatie krijgen heel veel katten twee, of soms maar één keer, een grotere hoeveelheid voedsel voorgezet. In de tussentijd is er vaak geen eten beschikbaar.
De kat heeft een kleine maag die per keer geen grote hoeveelheid voedsel kan hebben. Als hij maar één of twee keer eten krijgt, moet hij dus wél een groot volume eten om toch aan voldoende calorieën te komen.
Als zijn maag al te lang leeg is en hij zijn maaltijd krijgt, gaat hij vaak schrokken omdat hij echt een hongergevoel heeft. Dit maakt dat sommige katten te gulzig zijn en kunnen gaan braken.
Ook kunnen katten gaan “zeuren” om eten. Bedenk dan dat dit geen stout of verwend gedrag is. Je kat heeft echt al uren een lege maag en dat is heel onnatuurlijk.
Een meer regelmatige hoeveelheid voedsel het maag-darmkanaal zorgt er ook voor dat haar geleidelijker wordt meegevoerd. Zo is de kans dat er proppen van haar in de darmen ontstaan, veel kleiner (Leida Timmer, Katse Praktijken).
In de ideale situatie staat er altijd eten voor je kat, zodat hij kan eten wanneer hij dat wil. Maar soms is dat niet mogelijk omdat er bijvoorbeeld een andere kat is die een dieet heeft.
Probeer je kat(ten) minimaal vier kleinere maaltijden per dag te geven.
Een mooi hulpmiddel hierbij kan een voerbak zijn die reageert op de chip van de kat, vooral als er meer katten in huis zijn die elkaars voer niet mogen opeten.
Een andere mogelijkheid is een voerbak die je kunt programmeren om een aantal keer per dag een kleine hoeveelheid voer “los” te laten.
Samen eten of liever niet?
Katten zijn solitaire jagers. Zij leven alleen en hebben een ander eigenlijk niet nodig. Zij kunnen overleven op een bepaald oppervlak territorium omdat daar genoeg voedsel en andere voorzieningen voor handen zijn. Maar als er een soortgenoot op hun territorium komt, is dat een potentiële concurrent die aanspraak kan maken op voedsel.
Eten is voor mensen niet alleen zorgen dat je de nodige calorieën binnenkrijgt, maar het heeft ook een sociale functie. We eten samen en bespreken de dag. We gaan uit eten of we koken voor vrienden en familie.
Vanuit dit oogpunt wordt het voer van katten die met meerdere in een huishouden leven, vaak bij elkaar gezet. Dit met de gedachte dat samen eten voor katten ook heel gezellig is.
Maar als we kijken naar de oorsprong van de kat, dan is eten naast een soortgenoot heel tegennatuurlijk. Katten zien elkaar heel diep van binnen nog steeds als mogelijke concurrent die zijn voedsel komt opeten.
Dit kan veel stress veroorzaken. Het kan ervoor zorgen dat een onzekere kat niet meer naar zijn etensbak durft omdat een meer zelfzekere kat hem daar niet toelaat. En hoe komt de onzekere kat dan aan zijn voedsel?
Ook kan het er voor zorgen dat katten gaan schrokken: pakken wat je pakken kan! Een makkelijke manier om dit soort stress te voorkomen is om de katten allemaal een eigen plek te geven, uit elkaars zicht, zo ver mogelijk bij elkaar vandaan en op een rustige plaats.
Zo kan de kat ontspannen en stressvrij eten.
Nu wil ik niet zeggen dat katten nooit samen mogen eten. Er zullen er zijn die dat helemaal prima vinden. Maar geef je kat de keuze of hij rustig alleen eet of niet.
Voer en water gescheiden aanbieden
Als katten hun voedsel en water gescheiden aangeboden krijgen, blijk dat ze 30% meer gaan drinken. Mogelijke reden hiervoor is dat katten van nature hun water niet willen vervuilen met prooi. Dus willen ze deze twee bronnen zover mogelijk uit elkaar houden.
Katten die uit kranen en toiletten drinken, zijn in feite op zoek naar een waterbron op grote afstand van hun etensbak.
